Analytics, SEO

10 onmisbare Google Analytics filters

Wil je weten hoeveel bezoekers afgelopen week op de website zijn geweest, uit welk land afgelopen jaar de meeste bezoekers kwamen en hoeveel bezoekers er gisteren via Google op jouw website terecht gekomen zijn? Met Google Analytics kun je al deze vragen beantwoorden. De vraag is alleen of de antwoorden op deze vragen wel betrouwbaar zijn. Wanneer je geen filters gebruikt in Google Analytics kan ik met zekerheid zeggen dat het antwoord op die vraag nee is.

In deze blog vertel ik jou welke filters je kunt gebruiken om je data betrouwbaarder en overzichtelijker te maken.

Voordat je begint met het aanmaken van filters

Wanneer data eenmaal gefilterd is, is de originele data verdwenen. Het is daarom belangrijk om altijd een weergave te behouden met ongefilterde data. Maak je op dit moment nog niet gebruik van meerdere weergaven? In deze simpele stappen zorg jij ervoor dat je verschillende weergaven hebt:

  • Ga naar beheerder
  • Klik in de rechterkolom op Instellingen voor dataweergave
  • Klik rechtsboven op Dataweergave kopiëren
  • Pas de naam aan naar Ongefilterde data
  • Klik op Dataweergave kopiëren
  • Klik in de rechterkolom op Filters
  • Controleer of hier geen filters staan en verwijder anders de filters door achter de filter op verwijderen te klikken

Naast de standaard weergave en de ongefilterde data weergave, kan het verstandig zijn om filters eerst uit te testen in een testweergave. Deze kun je op dezelfde manier aanmaken. Vervolgens ga je naar de weergave waarin je de filters aan wil gaan maken. Wanneer je in de juiste weergave zit, klik je in het beheer weer op filters. Hier kun je onderstaande filters aanmaken.

10 onmisbare Google Analytics filters

  1. IP-adres uitsluiten
  2. Kleine letters campagne bron, medium, naam en content
  3. Kleine letters pagina URL
  4. Kleine letters interne zoekopdrachten
  5. Bron samenvoegen
  6. Organisch verkeer in plaats van verwijzend
  7. Microsoft Corporation serviceprovider spam
  8. Hostnaam opnemen
  9. Domeinnaam aan URL toevoegen
  10. URL’s zonder / weergeven

1. IP-adres uitsluiten

Even snel iets controleren op de website wanneer je bijvoorbeeld een tekst hebt aangepast of een nieuw product toevoegt. Heel logisch dat je dit doet, maar daardoor word je wel als bezoeker in Google Analytics gemeten. In Google Analytics wil je analyseren wat anderen op jouw website doen, in plaats van de acties die jij en collega’s zelf op je website ondernomen hebben. Dit is eenvoudig op te lossen met een IP-adres filter:

  • Filternaam: IP-adres kantoor
  • Filtertype: Vooraf gedefinieerd
  • Selecteer: Uitsluiten > Verkeer van de IP-adressen > die gelijk zijn aan
  • IP-adres: (hier dient het IP-adres van de locatie ingevuld te worden, deze kun je achterhalen door naar https://whatsmyip.com te gaan)

Werk je ook wel eens vanuit thuis of een andere locatie, maak dan een extra IP-adres filter aan en geef als naam een duidelijke omschrijving van de locatie mee. In mijn geval zou dit bijvoorbeeld zijn: IP-adres Carlijn thuis.

Let op: Wanneer je er in verband met de AVG voor gekozen hebt IP-adressen te anonimiseren werkt deze filter niet.

2. Kleine letters campagne bron, medium, naam en content

Wanneer verschillende mensen aan campagnes werken, kan het voorkomen dat er verschillende namen gebruikt worden. Hierdoor kan het voorkomen dat campagne namen als: Voorjaarscampagne en voorjaarscampagne door elkaar heen gebruikt worden. Google Analytics houdt standaard rekening met hoofdletter gebruik en zal de data apart van elkaar weergeven. Om ervoor te zorgen dat deze data toch gewoon samengevoegd wordt, kan de volgende filter aangemaakt worden:

  • Filternaam: Kleine letters campagnenaam
  • Filtertype: Aangepast > Kleine letters
  • Selecteer het veld: Campagnenaam

De campagnenaam wordt met deze filter automatisch omgezet naar kleine letters in Google Analytics waardoor de resultaten samengevoegd worden. Dezelfde filter kan aangemaakt worden voor: campagnebron, campagnemedium, campagne term en campagne-content.

3. Kleine letters pagina URL

Over het algemeen worden er geen hoofdletters gebruikt in URL’s. Toch komt het wel eens voor dat iemand een hoofdletter intypt. Wanneer dit niet automatisch geredirect wordt, kan deze URL tussen de Google Analytics data komen te staan. Hierdoor kan het voorkomen dat bijvoorbeeld bezoekers op de pagina /contact worden gemeten, maar ook op de pagina /Contact. Deze bezoekers zijn op precies dezelfde pagina geweest, alleen zat er een verschil in de URL. Met onderstaande filter kan dit verschil voorkomen worden:

  • Filternaam: Kleine letters pagina URL
  • Filtertype: Aangepast > Kleine letters
  • Selecteer het veld: Aanvraag-URI

Met deze filter worden alle hoofdletters in de URL omgezet naar kleine letters. In bovenstaand geval wordt /Contact dus omgezet naar /contact en opgeteld bij de data. Overigens raden wij vanuit SEO-oogpunt aan om er altijd voor te zorgen dat URL’s met hoofdletters naar kleine letters worden geredirect. Dit om duplicate content problemen te voorkomen.

4. Kleine letters interne zoekopdrachten

De laatste filter voor het omzetten van hoofdletters is voor interne zoekopdrachten. Deze filter is dus alleen van toepassing wanneer jouw website een zoekfunctie heeft voor bezoekers. Wanneer deze filter niet gebruikt wordt, kan er een hele lange lijst met zoekwoorden ontstaan. Dit komt doordat mensen soms in uitsluitend kleine letters zoeken, maar ook in uitsluitend hoofdletters of de eerste letter als hoofdletter. Hierdoor kunnen van precies hetzelfde woord verschillende variaties ontstaan. Met onderstaande filter kan dit probleem opgelost worden:

  • Filternaam: Kleine letters interne zoekopdrachten
  • Filtertype: Aangepast > Kleine letters
  • Selecteer het veld: Zoekterm

Net als bij de vorige filter, zorgt ook deze filter ervoor dat alle hoofdletters omgezet worden naar kleine letters. Vervolgens wordt de data van de zoekopdrachten samengevoegd waardoor er een overzichtelijker rapport ontstaan met de verschillende interne zoekopdrachten.

5. Bron samenvoegen

Op het moment dat bezoekers vanuit Facebook naar je website komen, heb je waarschijnlijk al wel eens gezien dat in het rapport bron/medium verschillende Facebook bronnen staan. Enkele voorbeelden hiervan zijn: m.facebook.com, lm.facebook.com en facebook.com. Het is daardoor lastig om precies te zien hoeveel bezoekers via Facebook naar de website zijn gekomen. De volgende filter kan dit verhelpen:

  • Filternaam: Facebook bron samenvoegen
  • Filtertype: Aangepast > Zoeken en vervangen
  • Filterveld: Campagnebron
  • Zoekterm: ^.*facebook.com|Facebook.*
  • Tekenreeks vervangen: facebook.com
  • Niet aanvinken: Hoofdlettergevoelig

Deze filter zorgt ervoor dat alle bronnen van Facebook samengevoegd en vervangen worden voor facebook.com. Dezelfde filter kan ook aangemaakt worden voor Instagram.

6. Organisch verkeer in plaats van verwijzend

Google, Bing, Yahoo, Duckduckgo en Ecosia. Het zijn allemaal voorbeelden van zoekmachines welke mogelijk worden gebruikt om op jouw website terecht te komen. Wanneer je in Google Analytics kijkt, worden niet alle zoekmachines als organisch verkeer gezien. Onder andere Yahoo, Duckduckgo en Ecosia worden gelabeld als verwijzend verkeer. Hierdoor kan je dus een verkeerd beeld krijgen van hoeveel bezoekers organisch naar de website gekomen zijn. Dit kun je oplossen met de volgende filter:

  • Filternaam: Search.yahoo.com als organisch i.p.v. verwijzend
  • Filtertype: Aangepast > Geavanceerd
  • Veld A -> A extraheren: selecteer campagnebron | Vul in: (.*)search.yahoo.com$
  • Veld B -> B extraheren: selecteer campagnemedium | Vul in: referral
  • Uitvoeren naar -> Samenstellen: selecteer campagnemedium | Vul in: organic
  • Aanvinken: Veld A is vereist, Veld B is vereist en Uitvoerveld overschrijven
  • Niet aanvinken: Hoofdlettergevoelig

Het verkeer van de bron search.yahoo.com met het medium referral (verwijzend) wordt omgezet naar het medium organic (organisch). Deze filter kan ook aangemaakt worden voor onder andere de bronnen Duckduckgo en Ecosia.

7. Microsoft Corporation serviceprovider spam

Voor de microsoft corporation spam filter is het eerst belangrijk om te controleren of je wel last hebt van deze spam. Ga naar het rapport Netwerk, dit vind je via Doelgroep > Technologie > Netwerk. Je krijgt hier een overzicht van serviceproviders te zien. Kijk of microsoft corporation hier tussen staat en gebruik anders de zoekbalk om op microsoft corporation te zoeken. Zorg wel dat de periode van Google Analytics op een langere periode ingesteld staat. Staat microsoft corporation er niet tussen? Dan heb je deze filter niet nodig. Staat microsoft corporation er wel tussen en is het bouncepercentage extreem hoog in vergelijking met je gemiddelde bouncepercentage? Dan kan deze filter jou helpen:

  • Filternaam: Microsoft corporation serviceprovider spam
  • Filtertype: Aangepast > Geavanceerd
  • Veld A -> A extraheren: selecteer internetprovider | Vul in: microsoft corporation
  • Veld B -> B extraheren: selecteer taalinstellingen | Vul in: en-us
  • Uitvoeren naar -> Samenstellen: selecteer hostnaam | Vul in: spam
  • Aanvinken: Veld A is vereist, Veld B is vereist en Uitvoerveld overschrijven
  • Niet aanvinken: Hoofdlettergevoelig

Deze filter zorgt er dus voor dat de hostnaam van het microsoft corporation spam verkeer aangepast wordt naar ‘spam’. Hierdoor is dit spam verkeer eenvoudig te herkennen aan de hostnaam spam.

8. Hostnaam opnemen

Een bezoeker die jouw website bezoekt, hoort als hostnaam jouw domeinnaam te hebben. Bots komen vaak via de hostnaam (not set) of andere spam-achtige hostnamen naar jouw website. Ook het verkeer van de service provider microsoft corporation die we de hostnaam spam mee hebben gegeven, is eigenlijk verkeer dat we niet terug willen zien in onze Google Analytics rapporten.

Controleer eerst in het netwerk rapport via welke hostnaam je verkeer binnen krijgt. Dit doe je via Doelgroep > Technologie > Netwerk waarbij je de primaire dimensie aanpast van serviceprovider naar hostnaam. Het kan namelijk zijn dat je ook via andere hostnamen verkeer ontvangt dat je wel graag zou willen blijven meten. Gebruik deze filter om hostnaam spam uit te sluiten:

  • Filternaam: Bots filteren via hostnaam
  • Filtertype: Aangepast > Opnemen
  • Selecteer het veld: Hostnaam
  • Filterpatroon: www.webdesigntilburg.nl|webdesigntilburg.nl < vul hier je eigen domeinnaam in en eventueel andere hostnamen welke je wel wil blijven meten
  • Niet aanvinken: Hoofdlettergevoelig

Bovenstaande filter zorgt ervoor dat alleen bezoekers met de genoemde hostnaam toegevoegd mogen worden aan het rapport. Al het andere verkeer met andere hostnamen wordt automatisch uitgesloten.

Let op: filters worden in een bepaalde volgorde uitgevoerd. Zorg ervoor dat filter 7: Microsoft Corporation serviceprovider spam eerder uitgevoerd wordt dan de hostnaam filter.

9. Domeinnaam aan URL toevoegen

Bezit je meerdere websites en wil je ze allemaal in één weergave kunnen meten? Dit kun je doen door dezelfde Google Analytics Tracking code op de verschillende websites toe te voegen. Wanneer je dit doet zonder verdere aanpassingen, loop je tegen het probleem aan dat je niet kunt zien welke pagina bij welke website hoort. Google Analytics toont standaard alleen het URL pad. Dit is het gedeelte van de URL dat na de domeinnaam komt. Om de data overzichtelijker te maken, kan de volgende filter toegevoegd worden:

  • Filternaam: Domeinnaam in zichtbare URL
  • Filtertype: Aangepast > Geavanceerd
  • Veld A -> A extraheren: selecteer hostnaam | Vul in: (.*)
  • Veld B -> B extraheren: selecteer aanvraag-URI | Vul in: (.*)
  • Uitvoeren naar -> Samenstellen: selecteer aanvraag-URI | Vul in: $A1$B1
  • Aanvinken: Veld A is vereist en Uitvoerveld overschrijven
  • Niet aanvinken: Veld B is vereist en Hoofdlettergevoelig

Door deze filter wordt de hostnaam toegevoegd aan de aanvraag-URI. Voor deze filter stond er bijvoorbeeld /contact. Na het uitvoeren van de filter is dit aangepast naar www.webdesigntilburg.nl/contact.

10. URL’s zonder / weergeven

Veel websites maken een duidelijke keuze in het gebruiken van een trailing slash. Ze eindigen iedere URL met een / of besluiten om nooit een / aan het einde van een URL te gebruiken. Ook zorgen ze er dan voor dat de andere versie automatisch geredirect wordt naar de juiste versie. Toch is dit niet bij iedere website het geval en hebben wij in het verleden regelmatig bij nieuwe klanten gezien dat dit niet goed ingesteld stond. Hierdoor kwamen pagina’s dubbel in Google Analytics te staan, bijvoorbeeld /contact en /contact/. Net zoals bij de andere filters, heeft het de voorkeur dat deze twee varianten als één gemeten worden. Hiervoor kun je de volgende filter gebruiken:

  • Filternaam: Verwijder trailing slash uit URL
  • Filtertype: Aangepast > Geavanceerd
  • Veld A -> A extraheren: selecteer aanvraag-URI | Vul in: ^/(.*?)/+$
  • Veld B -> B extraheren: laat leeg
  • Uitvoeren naar -> Samenstellen: selecteer aanvraag-URI | Vul in: /$A1
  • Aanvinken: Veld A is vereist en Uitvoerveld overschrijven
  • Niet aanvinken: Veld B is vereist en Hoofdlettergevoelig

De filter zorgt ervoor dat wanneer een URL eindigt met een / deze verwijderd wordt en de URL zonder trailing slash aan het rapport toegevoegd wordt. Overigens raden wij vanuit SEO-oogpunt aan om er altijd voor te zorgen dat toch maar één versie van de URL beschikbaar is en de andere versie automatisch geredirect wordt. Dit om duplicate content problemen te voorkomen.

Let op: zoals eerder gezegd voert Google Analytics filters in een bepaalde volgorde uit. Het is belangrijk dat deze filter als laatste ingesteld staat om problemen met andere filters te voorkomen.

Vergeet niet de filters te controleren

(Type)fouten zitten in een klein hoekje. Controleer dus altijd goed of de filters wel echt kloppen. Dit kun je direct na het aanmaken van de filter bij de filter zelf doen. Daarnaast is het erg belangrijk om de data in je rapporten te controleren. Wanneer het geschikte moment is, is afhankelijk van hoeveel bezoekers je dagelijks op je website hebt. Houd in ieder geval goed in de gaten of er geen grote verschillen ontstaan en test altijd eerst de filters in een test weergave indien mogelijk.

Nog een laatste tip: voeg in je rapportage als annotatie toe wanneer je een filter aangemaakt hebt. Komende week weet je nog wel wanneer je de filter aangemaakt hebt. Als je volgend jaar je data gaat vergelijken met de data van deze periode, is het toch wel handig om in de annotatie terug te kunnen zien dat er filters toegevoegd zijn.